De inlichtingendiensten AIVD en MIVD moeten binnen zes maanden stoppen met het afluisteren van vertrouwelijke gesprekken tussen advocaten en hun cliënten, als er binnen die tijd geen onafhankelijk toezicht komt.

Dat heeft de rechter in Den Haag woensdag beslist.

De rechter vindt dat een onafhankelijk orgaan de macht moet krijgen om het afluisteren tegen te gaan of te stoppen. Op dit moment ontbreekt zo’n “onafhankelijke toets”.

Ook mogen de diensten informatie die is verkregen uit het afluisteren niet meer zomaar doorspelen aan het Openbaar Ministerie. De rechter vindt dat onrechtmatig. Daarom moet een onafhankelijk orgaan kijken of en onder welke voorwaarden de informatie mag worden verstrekt.

Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira afgeluisterd

Advocaten hadden een kort geding aangespannen omdat ze vinden dat iedereen ervan uit moet kunnen gaan dat de communicatie met een advocaat vertrouwelijk is. Een verdachte moet namelijk vrij en in vertrouwen over zijn zaak kunnen spreken.

In december maakte het Amsterdamse advocatenkantoor Prakken d'Oliveira bekend dat gesprekken tussen advocaten en cliënten "langdurig" zijn afgeluisterd door de AIVD. Het kantoor staat onder anderen terrorismeverdachten bij. De rechter zegt daar overigens over dat hij op basis van een brief van de minister aan het kantoor niet kan opmaken of er op grote schaal is afgeluisterd.

Onafhankelijk toezicht

Michiel Pestman van het kantoor reageerde woensdag verheugd. "Ons vertrouwen in de rechtsstaat is hersteld. Cliënten kunnen ons binnenkort weer gewoon bellen, zonder de vrees dat ze afgeluisterd worden."

Pestman is ook blij dat de rechter heeft besloten dat er onafhankelijk toezicht moet komen. De rechter zegt over die onafhankelijke toets dat die in de praktijk niet altijd vooraf plaats kan vinden. Dat heeft te maken met direct en indirect afluisteren. Bij indirect afluisteren is niet de advocaat degene die wordt afgeluisterd, maar degene die hem belt of mailt. Het is dan niet vooraf duidelijk of informatie onder het verschoningsrecht valt.

De advocaten Sébas Diekstra en Olivier van Hardenbroek traden in de zaak op namens de Europese advocatenorganisatie CCBE. Van Hardenbroek spreekt van een "principiële uitspraak'' die volgens hem "ook in Europees opzicht belangrijk is".

Tweede Kamer verdeeld

De Tweede Kamer is verdeeld over de mogelijkheid van inlichtingendiensten om advocaten af te luisteren. Dat kan nu maar de rechter steekt daar een stokje voor. De VVD wil dat afluisteren onder strikte voorwaarden wel mogelijk blijft. Oppositiepartijen D66 en GroenLinks zijn blij met de uitspraak en vinden dat de diensten er mee moeten stoppen.

VVD-Kamerlid Ockje Tellegen vindt dat een terreurverdachte die een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid moet kunnen worden getapt, ook als die een gesprek voert met zijn advocaat. "De minister kan inschatten wanneer de veiligheid in het geding is en afluisteren noodzakelijk en proportioneel is'', aldus Tellegen.

De PvdA wil eerst nog bekijken wat de uitspraak precies betekent voor de huidige regeling. "Het is goed dat de rechter het grote belang dat een advocaat in alle vertrouwen met zijn cliënt kan spreken weer heeft bevestigd. Wat dit precies voor de huidige regeling betekent weet ik nog niet'', zegt PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt. Hij wil de minister om een reactie vragen.

D66 en GroenLinks zijn tevreden met het vonnis. Ze vinden onder meer dat afluisteren schadelijk is voor het vertrouwen in de rechtspraak. GroenLinks wijst erop dat het in deze kwestie om het fundament van de rechtstaat gaat en dat daar niet aan mag worden getornd.

Verschoningsrecht

De advocatuur staat ook lijnrecht tegenover de overheid als het gaat om het verschoningsrecht. Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten vindt de overheid maar lastig dat de advocatuur geheimhoudt wat wordt besproken met cliënten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl